Diagnostisch

Dit artikel is automatisch vertaald. Zie de originele versie.
Beschrijving van de functie
Met de diagnostische functie kunt u de stroom controleren die het apparaat uitvoert om gegevens uit het veld te verzamelen en naar de cloud te verzenden.
 
Eisen
Toegang tot de functie Onbeperkt
Type apparaten die de functie ondersteunen Gateways, Externe eenheden voor stroomonderbrekers, Zekeringscheiders, omschakelschakelaars, Stroomonderbrekers (met geïnstalleerde Ekip Com Hub communicatiemodule)
Status van het apparaat Enig
Type verbinding met het apparaat Verbinding met Ethernet-netwerk (Modbus TCP)
>> Raadpleeg document 9AKK108467A9238 voor meer informatie over ondersteunde apparaten en vereisten voor elk apparaat dat hier beschikbaar is.
 
Hoe ziet het eruit?
Diagnostic page
 
Deel
Beschrijving
Een Knoppen op de pagina
  • Start/Stop: start/stopt de diagnosesessie.
  • Geselecteerde tests herhalen: herhaalt de geselecteerde tests.
  • Rapport genereren: hiermee kan het sessierapport in .pdf formaat worden opgeslagen
  • Logboek weergeven: geeft de logboeken van de diagnostische sessie weer.
  • TCP-scan configureren: opent het venster om de scanparameters van het Ethernet TCP-netwerk in te stellen
C Lijst met sessietests:
  • Test running icon: proefdraaien
  • Test ok icon: test succesvol afgerond
  • Test not ok icon: test voltooid met problemen
  • Details: toont aanvullende informatie over de test.
 
Een diagnostische sessie uitvoeren
  1. Klik op TCP-scan configureren: het instellingenvenster voor apparaatscan wordt geopend.
  2. Stel de parameters in van het Ethernet TCP-netwerk waarop het te testen apparaat is aangesloten en klik op OK.
  3. Klik op Start: er verschijnt een venster waarin u wordt gevraagd om de configuratiesessie op het apparaat in te schakelen.
  4. Schakel de sessie handmatig in op het apparaat en klik vervolgens op OK.
  5. Selecteer desgevraagd in het venster Hub selecteren het apparaat dat moet worden getest.
  6. Selecteer in het venster ABB Ability ENVIRONMENT de gebruiksomgeving en klik vervolgens op OK: het inlogvenster verschijnt.
  7. Inloggen: het venster Hub-wachtwoord verschijnt met het serienummer van het apparaat dat al is ingevuld.
  8. Voer het 16-cijferige wachtwoord van het apparaat in en klik vervolgens op OK: de resultaten van de uitgevoerde tests verschijnen.
  9. Doe indien nodig het volgende:
Aan...
Dan...
Herhaal de tests     selecteer ze en klik vervolgens op Geselecteerde tests herhalen.
Het sessierapport   opslaan klik op Rapport genereren.
De sessielogboeken   weergeven klik op Show Log.